Bedrevenheid in de bediening is de basis voor een complete beheersing van het voertuig onder alle omstandigheden.
Een groot aantal technische handelingen zal als een soort automatisme dienen te worden uitgevoerd. Vanzelfsprekend moet de bestuurder in staat zijn zelfstandig apparatuur voor o.a. de voor- en zijruitontwaseming, de achterruitverwarming, de ruitenwissers en verlichting in en/of uit te schakelen.
Hierbij mag de aandacht op de weg niet verminderen of de beheersing van het voertuig in gevaar komen. Bekendheid met de positie en werking van de diverse bedieningsorganen en schakelaars is derhalve absoluut noodzakelijk.